Hanne Hagenaars neemt ons mee dwars door de donkere tijden van haar jeugd naar het licht van latere inzichten. Hoe ze zichzelf en de herinneringen die haar najoegen oversteeg door haar oor bij kunst te luisteren te leggen. Niet per se bij grote, bekende kunstenaars, sommigen zul je nog nooit van gehoord hebben. Kunst als een middel om over jezelf heen te kijken en grotere verbanden te ontdekken. Voorbij jezelf, en tegelijkertijd in jezelf. Zo is ze bij de kunstenaars uitgekomen in dit boek. Intuïtief moet ze geweten hebben dat er in hun werk iets te halen viel. Dit is een dapper, persoonlijk en intelligent boek. In wat het beschrijft en hoe het beschrijft is het zelf een kunstwerk. (Uit het nawoord van Hans Aarsman)